Blog 07-04-2025

We mogen weer dromen – maar alleen als we een datacenter zijn

We mogen weer dromen – maar alleen als we een datacenter zijn

Datum: 07-04-2025

Een van onze grondeigenaren stuurde het door, met een emoji erbij waarvan ik nog steeds niet weet of het sarcasme of verbazing was: het stroomnet is tóch niet zo tjokvol als gedacht. Er blijkt 9,1 gigawatt aan capaciteit ongebruikt. "Dat is genoeg om in één uur 450.000 elektrische auto’s op te laden", schrijft het AD. Wat fijn. Wat heerlijk. Wat toevallig ook: precies het soort artikel dat je naar je gemeenteraad stuurt als je zonnepark weer wordt afgeschoten vanwege 'capaciteitsproblemen'.

Negen komma één gigawatt. Die lag dus gewoon ergens onderin een la bij TenneT. Even vergeten. Moet kunnen.
Jarenlang werd de ontwikkeling van zon- en windprojecten gefrustreerd, stilgelegd of in een eindeloze wachtrij geplaatst vanwege een gebrek aan netcapaciteit. Maar nu blijkt dat het stroomnet wél ruimte heeft. Alleen: niet voor ons.

Want TenneT richt zich met deze ‘nieuwe’ ruimte vooral op grote, flexibele partijen: batterijparken, datacenters, waterstofproducenten en ontwikkelaars van e-boilers. Wat dat laatste ook precies moge zijn. Een e-boiler ontwikkel je toch met een laptop, niet met een megawatt? Of heeft de journalist zich in de war laten brengen door het woord ‘ontwikkelaar’?

Het is sowieso een bijzonder stukje journalistiek. Zo lezen we: “Voor deze bedrijven is deze constructie financieel aantrekkelijk: ze betalen tot twee derde minder aan netwerkkosten. Wie het systeem helpt, mag daar ook flink van profiteren.” Ik herhaal: flink. Je zou bijna vergeten dat batterijparken, net als ik, op wachtlijsten van meerdere jaren staan. En dat waterstof nog nauwelijks ergens grootschalig geproduceerd wordt.
Maar goed. Wie zijn wij. Wij bouwen zonneparken, geen datacenters. We werken met omwonenden, geen miljardensubsidies. We mogen het systeem niet helpen, we mogen vooral niet te hard duwen.

TenneT schat dat er tot 2030 maximaal 5 gigawatt aan grootschalige batterijen bijkomt. "Zeker batterijboeren houden meerdere ijzers in het vuur", denkt Abbenhuis.
Wat denkt hij eigenlijk? Wat zegt hij eigenlijk?
Een schatting, een aanname, een beetje boerenromantiek. ‘Boeren’ met een batterij van 20 miljoen euro die drie uur stroom levert. Misschien is dat het nieuwe imago waar we naartoe werken.

Het artikel spreekt bovendien over het kunnen afnemen van stroom, niet over het terugleveren. En dat is precies waar zonne- en windprojecten op vastlopen. We willen geen stroom gebruiken, we willen het teruggeven. Cadeau. Gratis. Alleen het systeem – waar wij dan géén onderdeel van zijn – zegt: dat kan niet. Tenzij je een e-boiler bent. Of een serverruimte met een goed persbureau.

En nog steeds is het dan niet zoals ik denk dat de energietransitie is bedoeld. En ik mag nu ook denken – want Abbenhuis denkt wat af in dit artikel.
TenneT en de lokale(re) netbeheerders, zoals Stedin, Liander en Enexis, moeten doen waar ze goed in zijn. En dat is, tja... wat is dat eigenlijk? Het transporteren van stroom, denk ik. Maar daar bleken ze toch niet zo goed in, gezien de netkaart die inmiddels permanent rood gloeit.
Laten wij dan doen waar wij goed in zijn: zorgen dat bedrijven zoals datacenters hun stroom via een directe lijn krijgen, opgewekt door zon en wind. Geen tussenhandel, geen vertraging.
Dan hebben we in mum van tijd geen last meer van congestie.
Dan hebben we iets dat op een oplossing lijkt.