Blog 24-09-2024

Ontwikkelen is een waiting game

Ontwikkelen is een waiting game

Datum: 24-09-2024

Er zijn momenten in het leven waarop wachten onvermijdelijk is. Iedereen kent ze wel: het wachten in de rij bij de supermarkt, het wachten op een te laat komende trein, of het wachten op het jaarlijkse familiediner waar je liever niet heen gaat. Maar er is een vorm van wachten die alle andere vormen in het niets doet verdwijnen: het wachten in de wereld van projectontwikkeling. Het is een unieke soort marteling, waar het begrip 'tijd' elke betekenis lijkt te verliezen.

Wij, de ontwikkelaars van zonneparken, leven niet van vooruitgang, maar van vertraging. De eerste stap in het proces, de handdruk met de grondeigenaar, voelt als een triomf. Je denkt: Nu gaat het gebeuren. Maar al snel ontdek je dat dit slechts het begin is van een lange reis vol bureaucratische hindernissen en onzichtbare obstakels. Wij bewegen ons door een landschap van vergunningen, netbeheerderstrajecten en gemeentelijke procedures, waar elke meter wordt bevochten met geduld.

Neem bijvoorbeeld ons project in Schagen, een grootschalig klimaatpark. Een project dat, in theorie, alles heeft om succesvol te zijn: de steun van de gemeente, de betrokkenheid van de grondeigenaren, een solide businessplan. Maar theorie en praktijk liggen in deze wereld mijlenver uit elkaar. De vraag is niet zozeer of het project gerealiseerd wordt, maar wanneer. En het antwoord op die vraag wordt bepaald door een oneindige reeks wachtmomenten.

Grondeigenaren, begrijpelijk ongeduldig, bellen elke week op met dezelfde vraag: "Hoe staat het ervoor?" Ze willen updates, antwoorden, beweging. Ze verwachten dat er continu vooruitgang wordt geboekt, terwijl wij weten dat het echte werk bestaat uit wachten. "We wachten nog," zeggen we dan, terwijl we onze eigen onrust proberen te onderdrukken. Want ook wij zouden liever elk moment actie ondernemen, vergunningen regelen en gronden omploegen. Maar het wachten is een integraal onderdeel van het ontwikkelingsproces.

De ironie van ons vak is dat er zo veel gebeurt, maar tegelijkertijd niets. Achter de schermen worden er talloze rapporten geschreven, gesprekken gevoerd, plannen gesmeed. Maar voor de buitenwereld – en vooral voor de grondeigenaren – lijkt het alsof alles stilstaat. Ze begrijpen niet waarom er geen zichtbaar resultaat is. Waarom het maanden kan duren voordat een simpele vergunning wordt afgegeven. Waarom er eindeloze gesprekken gevoerd moeten worden met netbeheerders. Ze zien de bureaucratie niet, ze zien alleen de leegte van een veld dat nog geen zonnepark is.

En dus wachten we. Wachten op dat ene telefoontje van de gemeente dat alles in gang zet. Wachten op de goedkeuring van een vergunning die al maanden op zich laat wachten. Wachten op de volgende stap, die altijd net iets verder weg lijkt dan we hadden gehoopt. Het wachten is niet alleen een onderdeel van ons werk, het is ons werk. We noemen het niet voor niets een waiting game.

Maar er is een verschil tussen wachten en passiviteit. Het is een misverstand om te denken dat er tijdens het wachten niets gebeurt. Elke seconde dat we wachten, bereiden we ons voor. We anticiperen, plannen, herzien strategieën. Ontwikkelen is een spel van lange adem, en wij zijn de marathonlopers die keer op keer aan de start verschijnen, wetende dat de finishlijn nog lichtjaren ver weg ligt.

De vraag die blijft knagen, is: hoe lang kunnen we wachten? Hoe lang duurt het voordat zelfs de meest geduldige ontwikkelaar zijn hoofd tegen de muur slaat en schreeuwt: Wanneer is het genoeg? Want er is altijd een grens. We zeggen het vaak met een glimlach, maar het is doordrenkt van frustratie: ontwikkelen is een waiting game. En soms voelt het alsof we in een spel zitten waarvan de regels constant veranderen, waarvan het doel steeds verder opschuift.

In Schagen, waar we nu al maanden aan het wachten zijn, proberen we die grenzen te verkennen. Hoe lang wachten we op de gemeente? Hoe lang wachten we op de netbeheerder? Hoe lang wachten we tot de grondeigenaren hun geduld verliezen? Het is een balans die elke dag wankel blijft. Elke week een nieuwe afweging: moeten we pushen? Moeten we nog meer wachten? En ondertussen knagen de zorgen, zowel bij ons als bij de eigenaren.

Misschien is dat de kern van wat ons vak zo zenuwslopend maakt. Niet de onzekerheid op zich, maar de wetenschap dat we slechts toeschouwers zijn in een spel dat we niet volledig beheersen. We kunnen de stukken op het bord verplaatsen, maar de timing, die ligt buiten onze handen. Het enige wat we kunnen doen, is hopen dat ons geduld – en dat van de grondeigenaren – groot genoeg is om de finish te halen.

En wanneer die dag eindelijk komt, als alles op zijn plek valt en de eerste paal de grond in gaat, voelt het als een overwinning. Niet alleen omdat het project gerealiseerd wordt, maar omdat we het wachten hebben doorstaan. Tot die tijd blijven we herhalen: ontwikkelen is een waiting game. Maar mensen, wat zou het fijn zijn als dat wachten soms wat korter duurde.